vrijdag 28 september 2012

Vriend Huib

Ik maakte vandaag een wandelingetje onder een zwart en dreigend uitspansel en daar kwam ik warempel mijzelf tegen. Ik werd onmiddellijk getroffen door een ernstig vooroordeel. Wat een rotkop zat er op mij zeg. Onbetrouwbaar en onsympathiek bovendien. Andere woorden heb ik er niet voor.  Maar u kent mij, ik blijf altijd beleefd en voorkomend, dus ik vroeg hoe het met mij ging. Welnu dat had ik beter niet kunnen doen. Een duivelse klaagzang werd over mij uitgestort. De hellesluizen des beklags leken opengedraaid. En maar miepen en zeuren en iedereen behalve ikzelf had het natuurlijk weer gedaan. Mijn gehele miserabele leven werd, als een slecht boek, voor me opengevouwen in een woordkeus die ik lachwekkend had gevonden als het niet de mijne was. Kon ik dan geen draai aan mijn bestaan geven, een wending, een ommekeer bewerkstelligen? Waar ik me mee bemoeide luidde de wedervraag en of ik niet iets beters te doen had? Nou nee, dat niet. Beschaamd wendde ik mij af terwijl ondertussen mijn huid werd vol gescholden; 'Luilak, leegloper, palingpeurder, krentenbaard, Mies Bouwman'. Thuisgekomen, met een pijnlijk rauwe huid en geniepige steken achter mijn slechte oog, vertelde ik mijn vrouw over de onaangename rencontre. Zij wist, zoals gewoonlijk, raad. Ik moet mijn wandelingetjes in het vervolg maar niet meer in eigen dorp maken. De kans dat ik mijzelf tegenkom in Appingedam of Grolloo is te verwaarlozen en op deze manier kom ik nog eens ergens, maar het blijft natuurlijk een raar verhaal.

Uw Buijs