donderdag 8 mei 2014

Hekjesman

Geachte medemensen

Ik maak hekjes en vraagt u me niet waarom. Sommige mensen maken niks en ik betreur ze daarom. Zoiets kan toch niet bevredigend zijn, helemaal niets maken? Naar dingen die je niet gemaakt hebt kun je nu eenmaal niet kijken. Je kunt er niet over praten en je kunt zeker niet, liggend in bed, voor de slaap je meeneemt op vakantie naar een veilig land, nog eens dat heerlijke beeld voor ogen halen van je laatste maaksel, nieuw en optimistisch, glimmend als een boerenmeisje op de kermis van Purmerend.
Nu is het ook weer niet zo dat al wat door mensen gemaakt wordt zomaar mijn okay-stempeltje krijgt. O neen. Verre van dat. Uitvoering en materiaal zijn van het grootste belang. Ik kan, bijvoorbeeld, in het geheel niet tegen papier-maché en zou het toejuichen als er in het land bijeenkomsten zouden worden georganiseerd waar zowel de producten van papier-maché, als hun makers openbaar worden verbrand, maar dat laatste mag ik natuurlijk weer niet zeggen van mijn vrouw. Daarom schrijf ik het maar op, want niemand die het leest en als ze het wel doen weten ze niet waar ik woon. Dus.
'Heel interessant' hoor ik u brommen, u wordt al wat onrustig, 'maar wat is uw punt?' Dat ga ik nu maken. Ik kan mijn hekjes niet wegdoen. Ze zijn te mooi, te dierbaar, tezeer afhankelijk van mijn liefde en bewondering. Andere mensen zouden ze slechts open doen, of dicht, zonder er verder een blik of bloos aan te weiden, maar alleen de gedachte dat 1 mijner hekjes ergens in een landschap, ongeolied en onbemind staat te piepen en kreunen, langzaam wegrottend in een wereld vol onverschil, brengt mij zodanig van de kook dat ik enige tijd in een plastic zakje moet ademen. Enfin, ik heb nu ongeveer vierduizend hekjes en hoewel we ruim behuisd zijn kunnen er echt niet veel meer bij. Toen ik tegen mijn vrouw zei dat we moesten uitzien naar een grotere woonst schreeuwde ze keihard en wat mij betreft totaal onverwacht, dat nu het hek van de dam was en ik kon uit haar gelaatsuitdrukking wel opmaken dat hier geen sprake was van een woordgrap. Het was 'de hekjes eruit of zij eruit' zei ze. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. 'Weg met dat rare wijf en haar opruimwoede' vond ik. Je moet een man wel in zijn waarde laten. Dus zij haar koffertje gepakt en op hoge benen vertrokken. Uit logeren bij mijn dochter. Ik vond het allemaal prima want daardoor kwam er weer flink wat ruimte in huis, alleen aan haar kant van het bed was al plaats genoeg voor een honderdtal hekjes, maar mijn dochter dacht er blijkbaar anders over want vorige week werd ik ineens geconfronteerd met een zogenaamde interventie. Mijn vrouw, de kinderen, mijn vriend Hans die aan figuurzagen doet en een mevrouw van de geheime dienst, tenminste dat dacht ik, maar ik had het verkeerd verstaan want het was de sociale dienst, stonden allemaal op de stoep en eisten een kringgesprek. Ik vond het best, want praten gaat voor slaan. Nadat we de woonkamer en het bankstel hadden vrijgemaakt van enige hekjes die ik daar tijdelijk had ondergebracht en mijn vrouw koffie had gezet, kon het gesprek plaatsvinden en bleek ik, volgens alle aanwezigen, niet helemaal goed bij mijn hoofd. Ook mijn vriend Hans, de NSB'er die zelf toch alle avonden op zijn zolderkamertje Sneeuwwitje en de zeven dwergen zit te figuurzagen, was die mening toegedaan. Ik probeerde het nog wel, maar kon niet werkelijk ontkennen. Ik had al een week geen vast voedsel meer tot me genomen (vanillevla direct uit het pak, dan heb je er ook geen afwas van) en was aan mijn laatste schone onderbroek toe. En betreffende mijn vrouw moest ik toegeven dat ze, hoewel ze me in deze hekjeskwestie lelijk heeft laten zitten, wat nog wel enige tijd een langzaam helende wonde in onze relatie zal zijn, eigenlijk een best mens is, maar als alles weer een beetje koek en ei lijkt, ga ik haar toch eens aanspreken op die gruwelijke momenten dat ze 's avonds op de bank zit met in de ene hand een spiegel en in de andere een pincet waarmee ze de baardhaartjes uit haar kinnebak trekt en daarbij een gezicht trekt alsof ze Popeye the Sailorman is terwijl ze toch al haar tanden nog heeft, maar dat is van later zorg.
Uitkomst van het gesprek was dat ik de hekjes moest opgeven. Ik mocht nog wel dingen maken, maar dan op micro-formaat. Hekjes van luciferhoutjes bijvoorbeeld. Ja ik ben d'r gek. Luciferhoutjes zijn al helemaal klaar van zichzelf. Daar kan je niks meer aan doen, tenzij je God zelf bent en die bestaat niet. Als ze zelfs bij de E.O. al gaan twijfelen, nou dan weet je het wel.
Nu ben ik voor een weekje naar een stacaravan op de Veluwe verbannen terwijl vrouw en kinderen het huis leegmaken. Daar mag ik niet bij zijn omdat ze bang zijn dat ik een scene zal schoppen, Dat ik me, blèrend als een kleuter, aan ieder hekje zal vastklampen en men mij, met behulp van broeders in witte jassen, zal moeten afvoeren naar een rustoord in bos of duin. Mijn verstand draait rondjes om de vragen WAT NU? HOE VERDER? En WAT ZAL IK NU EENS GAAN MAKEN? Ik kom er niet uit. Het is te moeilijk. Ik zou u willen vragen mij te helpen, van ideeën te voorzien die mijn handenarbeid weer kleur zouden kunnen geven. Maar ik moet u verzoeken uw reacties niet per post te sturen. Mijn vrouw maakt al mijn brieven open.