Hekjesman
Geachte
medemensen
Ik
maak hekjes en vraagt u me niet waarom. Sommige mensen maken niks en
ik betreur ze daarom. Zoiets kan toch niet bevredigend zijn, helemaal
niets maken? Naar dingen die je niet gemaakt hebt kun je nu eenmaal
niet kijken. Je kunt er niet over praten en je kunt zeker niet,
liggend in bed, voor de slaap je meeneemt op vakantie naar een veilig
land, nog eens dat heerlijke beeld voor ogen halen van je laatste
maaksel, nieuw en optimistisch, glimmend als een boerenmeisje op de
kermis van Purmerend.
Nu is
het ook weer niet zo dat al wat door mensen gemaakt wordt zomaar mijn
okay-stempeltje krijgt. O neen. Verre van dat. Uitvoering en
materiaal zijn van het grootste belang. Ik kan, bijvoorbeeld, in het
geheel niet tegen papier-maché en zou het toejuichen als er in het
land bijeenkomsten zouden worden georganiseerd waar zowel de
producten van papier-maché, als hun makers openbaar worden verbrand,
maar dat laatste mag ik natuurlijk weer niet zeggen van mijn vrouw.
Daarom schrijf ik het maar op, want niemand die het leest en als ze
het wel doen weten ze niet waar ik woon. Dus.
'Heel
interessant' hoor ik u brommen, u wordt al wat onrustig, 'maar wat is
uw punt?' Dat ga ik nu maken. Ik kan mijn hekjes niet wegdoen. Ze
zijn te mooi, te dierbaar, tezeer afhankelijk van mijn liefde en
bewondering. Andere mensen zouden ze slechts open doen, of dicht,
zonder er verder een blik of bloos aan te weiden, maar alleen de
gedachte dat 1 mijner hekjes ergens in een landschap, ongeolied en
onbemind staat te piepen en kreunen, langzaam wegrottend in een
wereld vol onverschil, brengt mij zodanig van de kook dat ik enige
tijd in een plastic zakje moet ademen. Enfin, ik heb nu ongeveer
vierduizend hekjes en hoewel we ruim behuisd zijn kunnen er echt niet
veel meer bij. Toen ik tegen mijn vrouw zei dat we moesten uitzien
naar een grotere woonst schreeuwde ze keihard en wat mij betreft
totaal onverwacht, dat nu het hek van de dam was en ik kon uit haar
gelaatsuitdrukking wel opmaken dat hier geen sprake was van een
woordgrap. Het was 'de hekjes eruit of zij eruit' zei ze. Daar hoefde
ik niet lang over na te denken. 'Weg met dat rare wijf en haar
opruimwoede' vond ik. Je moet een man wel in zijn waarde laten. Dus
zij haar koffertje gepakt en op hoge benen vertrokken. Uit logeren
bij mijn dochter. Ik vond het allemaal prima want daardoor kwam er
weer flink wat ruimte in huis, alleen aan haar kant van het bed was
al plaats genoeg voor een honderdtal hekjes, maar mijn dochter dacht
er blijkbaar anders over want vorige week werd ik ineens
geconfronteerd met een zogenaamde interventie. Mijn vrouw, de
kinderen, mijn vriend Hans die aan figuurzagen doet en een mevrouw
van de geheime dienst, tenminste dat dacht ik, maar ik had het
verkeerd verstaan want het was de sociale dienst, stonden allemaal op
de stoep en eisten een kringgesprek. Ik vond het best, want praten
gaat voor slaan. Nadat we de woonkamer en het bankstel hadden
vrijgemaakt van enige hekjes die ik daar tijdelijk had ondergebracht
en mijn vrouw koffie had gezet, kon het gesprek plaatsvinden en bleek
ik, volgens alle aanwezigen, niet helemaal goed bij mijn hoofd. Ook
mijn vriend Hans, de NSB'er die zelf toch alle avonden op zijn
zolderkamertje Sneeuwwitje en de zeven dwergen zit te figuurzagen,
was die mening toegedaan. Ik probeerde het nog wel, maar kon niet
werkelijk ontkennen. Ik had al een week geen vast voedsel meer tot me
genomen (vanillevla direct uit het pak, dan heb je er ook geen afwas
van) en was aan mijn laatste schone onderbroek toe. En betreffende
mijn vrouw moest ik toegeven dat ze, hoewel ze me in deze
hekjeskwestie lelijk heeft laten zitten, wat nog wel enige tijd een
langzaam helende wonde in onze relatie zal zijn, eigenlijk een best
mens is, maar als alles weer een beetje koek en ei lijkt, ga ik haar
toch eens aanspreken op die gruwelijke momenten dat ze 's avonds op
de bank zit met in de ene hand een spiegel en in de andere een pincet
waarmee ze de baardhaartjes uit haar kinnebak trekt en daarbij een
gezicht trekt alsof ze Popeye the Sailorman is terwijl ze toch al
haar tanden nog heeft, maar dat is van later zorg.
Uitkomst
van het gesprek was dat ik de hekjes moest opgeven. Ik mocht nog wel
dingen maken, maar dan op micro-formaat. Hekjes van luciferhoutjes
bijvoorbeeld. Ja ik ben d'r gek. Luciferhoutjes zijn al helemaal
klaar van zichzelf. Daar kan je niks meer aan doen, tenzij je God
zelf bent en die bestaat niet. Als ze zelfs bij de E.O. al gaan
twijfelen, nou dan weet je het wel.
Nu ben ik voor een weekje naar een stacaravan op de Veluwe verbannen
terwijl vrouw en kinderen het huis leegmaken. Daar mag ik niet bij
zijn omdat ze bang zijn dat ik een scene zal schoppen, Dat ik me,
blèrend als een kleuter, aan ieder hekje zal vastklampen en men mij,
met behulp van broeders in witte jassen, zal moeten afvoeren naar een
rustoord in bos of duin. Mijn verstand draait rondjes om de vragen
WAT NU? HOE VERDER? En WAT ZAL IK NU EENS GAAN MAKEN? Ik kom er
niet uit. Het is te moeilijk. Ik zou u willen vragen mij te helpen,
van ideeën te voorzien die mijn handenarbeid weer kleur zouden
kunnen geven. Maar ik moet u verzoeken uw reacties niet per post te
sturen. Mijn vrouw maakt al mijn brieven open.
Broer Rein logeert hier voor een aantal weken, en zwager Ubbo voor een lang pinksterweekeinde, het festival Rio Loco staat voor de deur; denk ik: zal Peter wat geschreven hebben.....? Inderdaad, nèt voor je verjaardag, en nèt verlost van je hekjes. (néé, ik neem 't heus niet letterlijk) Maar hoe nu verder; WAT NU? Schrijf gewoon door tot je iets beters weet te maken.... warme groet uit Sorezee
BeantwoordenVerwijderen