maandag 16 januari 2017

Gevonden op een harde schijf

Vandaag ga ik iets schrijven. Die gedachte speelt al zo lang in mijn hersentjes dat het er nu maar eens van moet komen. Ik denk dat ik het kan. Hoe moeilijk kan het zijn. Schrijvers die wel eens op de tv komen en door mij veracht worden wegens hun gebrek aan perceptie, diepgang en letterkunde, kunnen het tenslotte ook. Dus nogmaals; 'hoe moeilijk kan het zijn?' Ik heb nog geen helder plan voor ogen. Waar het over moet gaan bijvoorbeeld, daar heb ik nog geen weet van, maar dat hoeft denkelijk ook niet. Het gaat mijns inziens om de eerste zin. Als die goed is schrijft de rest van het verhaal, of de roman, dat weet ik immers nog niet, zich vanzelf. Verleden tijd, tegenwoordige tijd of modern door elkaar heen... ik laat het open.
Eerst maar eens koffie. Dat werkt niet alleen stimulerend op de darmen, na het derde kopje in de ochtend moet ik bij wijze van spreken naar de plee rennen, maar ook het verstand krijgt een opkikker, waardoor luikjes, die normaal het innerlijk afsluiten, worden geopend en zodoende een schat aan informatie blootleggen waar je, in mijn geval, een bibliotheek mee zou kunnen vullen. Nu ben ik dat ook weer niet van plan.. een hele bibliotheek vullen, kalm beginnen, dan breekt ha ha het pennetje niet. Goed, de koffie is gedronken. Een piepklein glaasje gloeiend hete Nescafe espresso, twee schepjes poeder, niet meer en niet minder, scheutje koffiemelk een schep suiker en pronto. Oh dat is in ieder geval iets dat ik niet moet doen... buitenlandse woorden erin. Die huidige, door de jeugd gebezigde mengtaal, daar heb ik een pesthekel aan, dat doen ze maar op straat, of in de sportschool. Nederlands moet het zijn, dus pronto zou dan 'klaar is Kees' worden. Ook wel een beetje een cliché dat 'klaar is Kees' maar daar vinden we tegen die tijd wel weer wat op en 'cliché' is van eigens Frans dus dat moet er dan ook uit. Schrijven is best, maar wel tussen de lijntjes.
Eerst nog een koffietje gepakt. De luikjes staan nu op een kier waarachter de inspiratie al schuimbubbeltjes blaast. Waar was ik? Oh ja, de eerste zin;
Ik zal een jaar of zes geweest zijn... Ho ho, wat is dit voor een onduidelijke kutzin. Ik was een jaar of zes? Nog steeds vaag.. Ik was zes jaar Oud? Bijna... Ik was precies zes jaar oud en vierde, daartoe aangemoedigd door mijn ouders, zusters en opgekomen visite, mijn verjaardag? Zou kunnen, beetje slijpen misschien, maar zou kunnen. Heb je er een verhaal bij, bij die zesde verjaardag? Nou nee, dat niet. Ik kan me er eerlijk gezegd geen barst van herinneren en om er nou een verhaal bij te verzinnen... Dan krijg ik straks mijn zusters weer op mijn dak om te vertellen dat er niets van klopt. Andere eerste zin dan maar? Yep... uh ja bedoel ik.
Er was eens... En nu moet je ophouden. De beginzin van duizenden sprookjes die je door hun intrinsieke leugenachtigheid stuk voor stuk de stuipen op het lijf jagen en in wreedheid jegens kinderen uitsluitend worden overtroffen door dat zeikverhaal over ene Sinterklaas die zogenaamd op zijn schimmel over het dak loopt? Dat is wel waar. Ik ga beslist geen sprookje schrijven. Ik kan me herinneren dat ik, op het pad achter het huis, een verse plak cake achter mijn rug verkruimelde om te zien of ik zo inderdaad de weg naar huis terug kon vinden en dat mijn moeder, het was nog niet zo lang na de oorlog en cake was nog een luxe product, daar helemaal niet blij mee was en dat de kracht waarmee ze mij aan mijn arm naar binnen sleurde een paar fikse blauwe plekken opleverde. Dat moet tijdens een verjaardag geweest zijn want gewoonlijk werd er hooguit een Mariakaakje geserveerd. Geen sprookje dus.
Zo, daar ben ik weer. Moest even naar de voordeur. Er was een in een overall gestoken heer die mij meldde dat hij over zo een twee weken, komt niet op een dag, iets nuttigs aan mijn huis gaat doen. Allemaal best in orde, maar ik kan met de schrijverij weer van voor af aan beginnen. Mijn hele gedachtenstroom is verwaterd. Zo een man in een overall die bij de mensen langsgaat om iets aan hun huis te doen, zou daar geen verhaal, of meer inzitten? Moet ik maar een beetje aanpappen met die man. Hij had wel een interessante kop ook, doorleefd. Vast een boel meegemaakt bij de mensen thuis. Misschien zelfs wel buitenhuwelijkse seks? O nee. Geen seks. Daar ga ik niet over schrijven. Daar ben ik te preuts voor en als mijn vrouw het leest moet ik alles uitleggen, van die man in die overall en dan is het nog maar de vraag of ze dat gelooft of dat ze denkt dat ze het altijd al gedacht heeft. Nee, seks is voor de jeugd. Daar begin ik niet aan.
Ik kreeg trouwens een tweedehands fietsje op die verjaardag. Groen dacht ik, maar blauw kan ook. Die had na de aanschaf geen wereldreis hoeven maken want de fietsenwinkel was pal tegenover ons huis, hemelsbreed een meter of tien. Ik mocht graag in de werkplaats doen alsof ik er niet was en kijken naar de knecht die Sjors heette en banden plakte en Sachsmotortjes pruttelend weer aan de loop bracht waarna er zoveel grijze rook in de zaak kwam te staan dat je met een beetje fantasie fijn kon doen alsof je blind was. Genoeg over die verjaardag want ik weet er niks meer van en het zal de lezer voorzeker de bout hachelen.
Die eerste zin, daar gaat het om, maar ik zie dat het alweer kwart voor vijf is en er zal warm eten op tafel moeten komen, dus dat wordt morgen. Waar het over moet gaan is nog onduidelijk, maar voor mijn gevoel ben ik al een heel eind op weg. Morgen ga ik iets schrijven. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten