maandag 16 januari 2012

Negentienzesenvijftig

Ach gut, wat een lief jongetje. Miljarden van dit soort foto's zijn er gemaakt, er moet er een van Anders Breivik zijn en een van de jonge Pol Pot en bij de aanblik van al deze plaatjes zal door tantes en buurvrouwen verzucht zijn: 'Ach gut, wat istie lief.' Nu weten we van dit ventje toevallig dattie echt wel lief was;
als de kleuterschooldag teneinde liep bracht hij Jannie naar huis, op zijn step met heuse luchtbanden. Jannie snapte het allemaal niet zo en plaste nog gewoon in haar broek. Later mocht ze niet naar de gewone school en werd ze opgehaald met een busje.
Fröbelschool zeiden de mensen als ze het over kleuteronderwijs hadden, genoemd naar Friedrich Fröbel die vond dat kindjes moesten plakken, knippen en vormen leren onderscheiden. Daar kwam een werkwoord van, fröbelen en dat is wat het jongetje op de foto acteert te doen.
De afdruk was in zwart-wit; kleurfotografie bestond al enige tijd maar was nog onbetaalbaar. Het plaatje werd, door de fotograaf, met de hand ingekleurd; geel voor bloemetjes en blouse, rood-rose voor lippen en gezicht. Zo rood zijn de lippen van het jongetje daarna nooit meer geweest. 
Het bloesje dat hij draagt is gebreid door zijn Oma. Niet door zijn echte Oma, die zat in een gesticht en staarde wat voor zich uit, maar zijn 'Vervang Oma'. Omdat er toen nog geen televisie was kon het jongetje uren naar haar breien kijken en luisteren. Een enorme hoeveelheid pennen werden door haar kunstig gedirigeerd en dan had ze er vaak ook nog een paar in haar mond, om er extra bij te kunnen steken. Onder het hypnotiserend getik der pennen zag hij de wollen kous dan groeien.
Zijn kapsel valt nog niet onder verantwoording van een gediplomeerd coiffeur. Moeder heeft een kam en een keukenschaar en daarmee gaat ze hem op gezette tijden te lijf. Later, als hij op de pof naar een echte kapper wordt gestuurd, wordt gekozen voor model 'navy cut' en heet hij een tijdje 'Stekelvarken' (Ome Bart) of 'Kale Neet' (ook Ome Bart).
De schooljuf van het jongetje heette juffrouw Kastelijn. Iedereen weet dat het vak van leraar of onderwijzer niet door elk mens wordt beheerst. De ronduit slechte en ook de inspirerende maken grote indruk en worden door ons onthouden. Juffrouw Kastelijn was een hele goede. De juffrouw der juffrouwen,  de moeder van alle kleuters. Eventuele gegadigden hoefden niet naar haar hand te dingen want ze was met haar schooltje getrouwd en ze had al kindjes genoeg. Toen het jongetje haar, zo'n veertig jaar later, eens tegenkwam op straat, hadden ze elkaar nooit meer gezien of gesproken, maar ze herkende hem feilloos en vroeg met vertrouwde stem: 'He Petertje, hoe gaat het met je jongen?'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten