vrijdag 11 maart 2011

Het zou kunnen

Ik had op verschillende manieren mazzel, als je het gezien de ellende nog mazzel kunt noemen.
Ik was buiten om een wasje aan de lijn te hangen. Ik keek naar de dijk, zag die bruine muur op me afkomen en wist gelijk wat het was. Tsunami!
‘Willie kom naar buiten’ schreeuwde ik. Snel!! Net de vorige week had ik bij Ulie voor vijfentwintig euro een tweedehands ladder aangeschaft. Die stond in een oogwenk tegen de bijkeuken. Willie was nog maar halverwege. Ik sleurde haar naar buiten en zei dat ze de ladder op moest. Ze wilde weten waarom, maar er was godverdomme geen tijd voor uitleg dus heb ik haar naar boven geslagen. Het platje over, via de krimp - tussen ons huis en dat van de buren - het schuine dak opgeklauterd en achter de schoorsteen op de nokpannen gaan zitten en toen was het water er ook al. IJskoud water. Ik kon Willie maar ternauwernood tegen de schoorsteen klemmen. Ik zag ons autootje op zijn kop wegdrijven en onze schuur van golfplaten kwam voorbij en een wereld aan rotzooi waaronder een bezem waarvan ik dacht dat ik die straks best nog eens nodig zou kunnen hebben.
De buurvrouw en haar drie keuteltjes hebben het niet gered. Die waren binnen en moeten in paniek verdronken zijn.
Als ik zo om me heen kijk heeft niemand hier in de buurt het gered. Ik zie geen mensen op de naburige daken en het is angstig, griezelig stil.
Willie heeft al even niets meer gezegd. Ze voelt aan als een brok ijs. Ze mag niet dood. Als ze nu dood gaat was mijn laatste blijk van liefde, een brute klap in haar gezicht....

’t Is niet waar allemaal, maar het zou zo maar kunnen.

1 opmerking:

  1. Zomaar eventjes voor de grap; maar wel de ware liefde van't Hooge Land (..)als 'k goed begreep.
    geef die Wil van jouw een nokzoen.

    BeantwoordenVerwijderen