maandag 16 mei 2011

Geachte chef van ons district

We hadden alles goed gedaan vanochtend om negenhonderd uur precies. De seinwachter had de wissels gezet, het water voor dorstige reizigers pruttelde in de samowar en ik stond - gewapend met mijn fluit en spiegelei - gereed op het perron. Maar er verscheen dus geen trein. Ook niet na een uur, twee uur, of de rest der dag. Op het silhouet van een kariboe na, bleef de horizon leeg.
Dus ik naar Irkoetsk telegraferen, dit en dat en waar de trein bleef? Die was dus gewoon op tijd vertrokken, kreeg ik als antwoord en of ik alsjeblieft op mijn eigen treinen wilde passen, maar als ik hier op mijn stationnetje zit, hoe kan ik dan weten dat iemand halverwege de reis een trein jat? Dit is nu alweer de derde dit jaar en als het zo doorgaat zit onze mooie Republiek straks zonder openbaar vervoer.
Ik zou u in overweging willen geven eens bij de chef van de spoorwegpolitie te gaan kijken. Een jaartje terug stond er bij hem ook al een locomotief in de achtertuin waarvan hij zogenaamd niet wist hoe die er gekomen was en zijn hele familie zit in het oudijzer en zware metalen.
Dat deze ooit op slinkse wijze, namelijk door haar dampende koolsoep met vermicelliletters te bereiden, er met mijn verloofde, de mooie Olga met de glanzende hertenogen vandoor is gegaan, heeft met de zaak hoegenaamd niets te maken. Ik ben met de vrouw die ik nu heb, hoewel ze een borstelsnor heeft en zo scheel is dat ze in haar kontzak kan kijken, ook heel gelukkig.

Uw stationchef 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten