woensdag 12 januari 2011

Over managers

Een groot aantal jaren geleden schreef ik het lied ‘Quizmasters moeten dood’, blijkbaar een respectabel verlangen want er kwam geen protest. Zelfs de volledig uit slijm opgetrokken Jaques van Ancona vond het een prachtlied. Nu deed vriend Frans mij het voorstel om de titel te vervangen door ‘Managers moeten dood’ en ik steun dit plan, zei het gedeeltelijk. Vanwege ingeslopen mildheid hoeven ze voor mij niet meer dood. Een veroordeling tot ‘levenslang achter een lopende band’ lijkt mij voldoende.
Er is bij managers namelijk een verzachtende omstandigheid die door niemand nog zo is opgepikt maar die, nu ik hem aan u voorleg, spoedig opgeld zal doen. Ik voorzie voor mijzelf een druk bestaan als getuige a décharge bij aanstaande processen tegen falende managers.
Laat ik verklaren: het managersgilde, bestaat - op een enkele uitzondering na - uit autistoiden, rekenaars met een grote hang naar structuur, de boekhouders onzer mensheid. Toen management nog niet was uitgevonden, was er voor deze mensensoort voldoende werk. Al naar gelang hun vermogens konden ze horlogemaker worden, professor in de wiskunde of landarbeider. Zolang er geen mensen of omstandigheden waren die hun programma in de war schopten was er voor hen geen vuiltje aan de - toen nog schone - lucht.
Na aanvang der industriële revolutie werden de boekhouders managers. Het werd zelfs een vak dat men kon studeren. Uiteraard werden de lessen verzorgd door de toppers uit het vak. Jaar in jaar uit werd de managementboodschap doorgegeven en verbeterd; “Je hoeft niets van mensen te weten, niets van onverwachte situaties, maar je moet je cijfers op orde hebben". Koren op de molen van onze autistische medemens. Hij (de meeste zijn hijen) kan zich namelijk niet in de medemens verplaatsen. Zulks is hem onmogelijk. Wat hij in de loop van zijn leven leert over dagelijks verkeer met anderen is het imiteren van emoties en omgangsvormen. U herkent de autist in uw manager aan zijn slechte timing en volledig gebrek aan humor, beiden niet te imiteren.
Ik mag dan wel een onsje milder geworden zijn, maar politiek correct ben ik nog lang niet, vandaar mijn voorbeeld van de autistoide ambtenaar Adolf Eichmann. Topmanager ten tijde van Nazi Duitsland. Hij diende de logistiek en het vervoer van miljoenen Europese joden naar de gaskamers te regelen en dat was geen eenvoudig klusje. Toch kreeg hij het voor elkaar. De treinen naar Auschwitz reden op tijd, en het aantal afgeleverden werd  tot op de kleinste baby geregistreerd.
Tijdens zijn proces in 1962, verklaarde hij zich op alle punten van de aanklacht onschuldig. Vanuit autistoide oogpunt gezien, een normale reactie. Immers, hij is niet in staat tot het invoelen van menselijk leed en legt geen verband tussen cijfers en realiteit.
Zo ook dus ons huidig managersgilde. Voortdurend is het niets ontziend aan het organiseren en reorganiseren. Daar waar een nieuwe manager verschijnt wordt stante pede gereorganiseerd. Schalen worden zo vergroot, verkleind en weerom vergroot dat het hem en alleen hem een lieve lust is. Dit alles tot schade zijner niet door hem bemerkte medemens.
Mijn oplossing is eenvoudig. Flikker ze er allemaal uit die lui. Hef overal het management op en verbied het woord managen. Al ras zal het zelfherstellend vermogen uwer organisatie blijken. Taakjes worden als vanzelf door deze en gene overgenomen en iedereen gaat fluitend naar het werk.
De ex-managers tenslotte, nemen plaats achter de lopende band en worden ook heel gelukkig. De stress valt met bakken van hen af en dag in dag uit vervullen ze een zich eindeloos herhalende happy handeling.
In de avond zitten ze thuis, op zolder, spelen met hun treintjes en managen hun eigen geheime wereld. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten