dinsdag 4 januari 2011

Een korte uitleg

Peter, wat schrijf je weinig, is er iets, wilde mijn enige fan van me weten.
Nee, niets aan de hand, maar ik moest van de dokter met het lipbelletje een hobby. Oude mensen helpen met koffiedrinken en rolstoeldansen mocht ook, maar ik verkoos de hobby. Zodra ik er een vond zou zich een dagbestedingmetamorfose aan mij voltrekken. Ik moest maar eens opletten sprak de empatische regioarts.  
Nu wilde ik geen hobby die een ander al beoefende. Voor je het weet ben je lid van een club waar je geen lid van wilt zijn en moet je eerst met iedereen ruzie hebben voor je geroyeerd bent. Daar kunnen slepende jaren over heengaan.
Na enig denkwerk was ik er uit. Ik ging me toeleggen op het bouwen van scheepswrakken in een fles. En met succes mag ik best wel zeggen en schrijven, want sinds mijn interview in de Wiekslag (de filosofie van het wrak) stromen de opdrachten binnen.
Mijn werkwijze is even simpel als doeltreffend. Ik snijd, zaag, plak en knip een scheepsmodelletje. Als het af is leg ik het onder mijn stoelkussen en ga er een poosje op zitten. Dan prak ik het met een ballpoint door de hals van een fles en vul deze met slootwater. Even schudden en klaar is Kees. Het resultaat lijkt verbluffend veel op onderwaterarcheologie. Je ziet bijna niets, maar je weet dat het er moet zijn.
Zoals dat bij mij gaat met succes, had ik er al weer rap genoeg van en bleek de uitdaging sneller verdwenen dan hij komen kon. Ook raakte ik - er moesten wel lege flessen op voorraad liggen - hopeloos aan de drank.
Ik rommel nu dus al weer aan mijn tweede hobby sinds de kerstdagen.  Deze herbergt in potentie een nog grotere genialiteit dan de vorige. Ik ga een film beschrijven in een boek. De lezer moet de filmbeelden er zelf bij fantaseren. Bij het denken aan de eventuele uitkomst van deze creatieve samenwerking tussen schrijver en lezer, lopen nu reeds de koude rillingen over mijn lijf.
Als er dus niets van mij te lezen valt, ben ik aan het schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten