zaterdag 15 januari 2011

Poelier van de Tsaar

Neem mij mee zo smeekte ik de voerman. Neem mij mee en mijn vader Nicolai Nicolaiev zal u rijkelijk belonen. 
Nicolai Nicolaiev? Die is verzopen in de Wolga, of in de wodka, zo precies weet ik het niet, maar ademhalen doet hij al jaren niet meer. 
Mijn lieve vadertje dood? Hoe kon het lot mij zo wreed treffen. En ons prachtige landgoed dan, dat zoveel vierkante wersten beslaat dat men er - zelfs met een heel goed paard - een week over doet om het te doorkruisen? 
Dat is nu eigendom van de rentmeester, of de schoolmeester, iets met meester erin. 
Meester Moscovitch? 
Ja die. 
O mijn God. Alles lijkt verloren. Een berooide knappe jonge vrouw ben ik. En een wees bovendien. Hoe moet het nu met mij verder? 
Nou heb ik een zwager en die doet toevallig iets in de ruitdistributie, nee... kozijncontributie, nee...  
Uh raamprostitutie? 
Ja dat. Misschien iets voor u? 
Hm, tja, laten we dat dan maar doen. Dus ik mag op de bok klimmen? 
Tuurlijk mevrouwtje. U altijd.

1 opmerking: